Ik ben hondsdol op taalkundige verzamelingen. Zo begon ik ooit aan een verzameling van vastevoorzetselverbindingen, denkend dat het er “vast wel duizend” zouden worden. Na jaren stond de teller op bijna vierduizend. Geen taal ter wereld doet dat het Nederlands na.
Misschien geldt iets dergelijks voor bijvoeglijke naamwoorden/bijwoorden die uit twee leden bestaan en waarvan het eerste lid de betekenis heeft “heel erg“, zoals in apetrots en keileuk: heel erg trots/leuk. In het Nederlands kan dat, net als in het Duits (heilfroh, sturzbetrunken, stinklangweilig, en met tegenzin de regel uit het Nazilied: Blut muß fließen knüppelhageldick, …), doordat onze woordvormingregels dat toelaten, anders dan bijvoorbeeld in het Frans of Italiaans. Maar de vierduizend zal de reeks bij lange na niet halen, schat ik.
Ik trapte op 2 september 2018 maar even af met een voorlopige reeks van 80 stuks verschillende versterkingswoorden, op één zondag in de auto bij elkaar bedacht, en vroeg lezers de lijst aan te vullen. Tot 26 maart 2020 had ik er nog eens 136 nieuwe aan kunnen toevoegen en weer vijf moeten verwijderen omdat ze niet aan de voorwaarden voldeden (honkvast, moederziel, plompverloren, polyinterpretabel en steevast), zodat er 211 resteerden. Lees hieronder en bij de reacties de motivatie voor dat schrappen van die woorden.
Na het samenvoegen op 11 april 2020 van deze lijst met die uit Opperlans! van Battus (Querido 2002, ISBN 9789021454337) nam het aantal met 41 toe, waardoor er nu, na ook het toevoegen van sterhelder, parelwit, nachtzwart en baggervet, een verzameling van 257 versterkende voorvoegsels is ontstaan. Zie ook het verslag van die samenvoeging.
Spelregels: het moet gaan om tweeledige samenstellingen die in hun geheel bijvoeglijke naamwoorden of bijwoorden zijn, dus geen zelfstandige naamwoorden als het eigeel of het droomdebuut. Verder moet het eerste lid duidelijk een graadaanduidende, versterkende werking hebben; eigeel en mariablauw als bijvoeglijke naamwoorden/bijwoorden hebben dat niet, net zomin als hondsdol, vlaamsgezind, bloedstollend, hemelsbreed, kamerbreed, kopsterk, zinneprikkelend of kankerverwekkend. Die voorwoorden geven een specificatie of een soort lijdend voorwerp of zoiets, maar geen versterking. Probeer maar het eerste lid te vervangen door “heel erg” of “helemaal“; als dat lukt, dan zit je goed. Ook als je de samenstelling X-Y kunt vervangen door “zo Y als X“, “zo zoet als honing“, “heel erg zoet“, lijkt het een voltreffer te zijn.
Om die reden heb ik de verzameling woorden die eindigen op -loos niet opgenomen, zoals bodemloos, eindeloos, mateloos, oeverloos, radeloos, tomeloos en zielloos. Bij die woorden kun je niet parafraseren met “heel erg loos“. Integendeel. Loos heeft hier de betekenis ‘zonder‘, zodat in feite het omgekeerde het geval is: deze woorden laten zich parafraseren als “zonder bodem/einde/maat/oever/raad/toom/ziel“, en horen dus niet in de reeks thuis, want het eerste lid is geen versterkend deel, maar het hoofddeel.
Soms is er twijfel mogelijk: zo vind ik ruimhartig en breedvoerig niet passen in de reeks, want de parafrases “heel erg hartig” en “heel erg voerig” lijken mij incorrect. Sneeuwwit en snotverkouden zijn eigenlijk ook twijfelgevallen; duiden ze een soort aan of een versterking? Grootmoedig heb ik wel in de lijst opgenomen, al betekent moedig doorgaans iets anders.
Een van de respondenten wees mij op het feit dat poly-, als in polyinterpretabel, geen versterkend eerste deel is, maar een hoeveelheid aanduidt. Dat geldt dan ook voor woorden als meervoudig, multifunctioneel, veelzijdig e.d. Daar is het niet de betekenis “heel erg“/”helemaal“, maar de betekenis “heel erg veel“, waarmee het geen gradatie aanduidt, maar een kwantiteit. Om die reden heb ik ook polyinterpretabel uit de lijst geschrapt.
Een ander twijfel- of randgeval is roodgloeiend. In Hoogoventermen kun je rood als een specificatie van gloeiend lezen, maar als de telefoon roodgloeiend staat, gaat dat niet op. Denk ook aan witheet met zijn figuurlijke lezing, waarin wit wel degelijk een versterkend deel is.
En wat te denken van dagdagelijks? Betekent dat echt “heel erg dagelijks; alledaags, gewoontjes“? Ik heb het vooralsnog maar niet opgenomen.
Let wel, het gaat hier alleen om de versterkende woorddelen, dus om woorden waarvan het eerste, versterkende lid niet al in de lijst voorkomt, bijvoorbeeld: super– staat al in de lijst, dus supermooi, supersnel, superintelligent &c insturen heeft geen zin, want supergaaf staat er al.
- aalglad
- aardedonker
- aartslui
- almachtig *)
- apetrots
- appelweek
- asgrauw
- baggervet
- barslecht
- barstensvol
- beeldschoon
- beendroog
- bekaf
- beresterk
- berstensvol
- bikkelhard
- bitterkoud
- bladstil
- blafheet
- blakstil
- bliksemsnel
- bloedserieus
- bokkoud
- bom(metje)vol
- boomlang
- boordevol
- borendevol
- boterzacht
- brandschoon
- bremzout
- brilfokkingjant **)
- broodnodig
- dagenlang
- dieptriest
- dikverdiend
- doldriest
- donszacht
- doodsbang
- doodziek
- doornat
- drijfnat
- druipnat
- duifgrijs
- duimendik
- eeuwenlang
- eivol
- ellenlang
- extreemrechts
- ezelsdom
- felbegeerd
- fliederdun
- flinterdun
- fluweelzacht
- foeilelijk
- fonkelnieuw
- gifgroen
- gigagroot
- gitzwart
- glashelder
- gloednieuw
- gloeiendheet
- godsonmogelijk
- gortdroog
- goudeerlijk
- graatmager
- grootmoedig
- haarfijn
- hagelblank
- helverlicht
- hemelhoog
- hemelsmooi
- hondsmoe
- honingzoet
- hoogbejaard
- hoogstwaarschijnlijk
- hoorndol
- huize(n)hoog
- hyperintelligent
- ijskoud
- ijzersterk
- inktzwart
- intriest
- kaarsrecht
- kakelvers
- kanondoof
- kanonnenzat
- katjelam
- keileuk
- kerngezond
- kersvers
- kiezelhard
- kikkergroen
- kipfit
- klaarwakker
- kleddernat
- klemvast
- kletsnat
- klinkklaar
- knakeduur
- knalrood
- knaphandig
- kneite(r)hard
- knettergek
- knoepduur
- knoerthard
- knotsgek
- koekerond
- koekwarm
- kogelrond
- kokendheet
- kotsmisselijk
- kraakhelder
- krijtwit
- kristalhelder
- kurkdroog
- kwarteldoof
- ladderzat
- lammerzacht
- lelieblank
- lentefris
- leplazarus
- levensecht
- lijkbleek
- lijnrecht
- loeihard
- loepzuiver
- loodzwaar
- megagroot
- melkwit
- messcherp
- metershoog
- mierzoet
- mijlenver
- moddervet
- mokerhard
- mollenvellig
- morsdood
- mud(je)vol
- muisstil
- muurvast
- naaldscherp
- nachtzwart
- nagelvast
- nokvol
- oersaai
- okselfris
- oliedom
- oppermachtig
- ovenvers
- overheerlijk
- paardenzat
- paasbest
- paddenmoedernaakt
- panklaar ***)
- papierdun
- parelwit
- pauwmooi
- peperduur
- piekfijn
- piemelnaakt
- piepklein
- piernaakt
- pijlsnel
- pik(ke)donker
- pimpelpaars
- pislink
- poedelnaakt
- poep(ie)link
- poeslief
- pokkensaai
- pompaf
- potdicht
- prinsheerlijk
- proppensvol
- propvol
- pufheet
- puikbest
- puntgaaf
- ragfijn
- rasecht
- ravenzwart
- razendsnel
- retegoed
- reuzeblij
- roetzwart
- roodgloeiend
- roomblank
- rotsvast
- schathemeltjerijk
- schatrijk
- schijtnerveus
- smoorverliefd
- sneeuwwit
- snikheet
- snipverkouden
- snoeihard
- snorziek
- snotverkouden
- spekglad
- spiegelglad
- spierwit
- spijkerhard
- spiksplinternieuw
- spinnijdig
- spotgoedkoop
- splinternieuw
- sprietmager
- springlevend
- spuugzat
- staalblauw
- stampensvol
- stampvol
- stapelgek
- starnakelzat
- steenrijk
- stekeblind
- sterhelder
- stervenskoud
- stiervervelend
- stijfbevroren
- stikdonker
- stinkrijk
- stokstijf
- stomverbaasd
- straalbezopen
- straatarm
- strakblauw
- strontziek
- supergaaf
- tintelfris
- tjokvol
- tjopvol
- toeterzat
- ton(ne)rond
- topfit
- torenhoog
- torrezat
- ultramodern
- vederlicht
- vliegensvlug
- vliesdun
- vlijmscherp
- vlinderlicht
- vogelvrij
- volvet
- vuistdik
- vuurrood
- wagenwijd
- watervlug
- wijdverbreid
- wildvreemd
- witheet
- wonderschoon
- zeiknat
- zielsgelukkig
- zijdezacht
- zonneklaar
Ik wacht verdere reacties af.
_______________________________
*) Tot de groep woorden beginnend met het versterkingsdeel al- behoort ook een grote reeks Frans-Vlaamse woorden als albachten, albuuten. alzeeker; ze zijn te vinden op p.17-18 van het digitale Frans-Vlaamse woordenboek dat HIER online is te raadplegen.
**) brilfokkingjant is een vreemde eend in de bijt, met dank aan Paulien Cornelisse.
Ik neem aan dat het een samenstelling is van briljant en het versterkingsdeel fokking.
Daarmee is het het enige woord in de lijst waarbij het versterkende element niet vooraan het woord staat, maar tussenin is ingelast.
***) Zie voor een discussie over panklaar hier onderaan bij de reactie van 9 december 2019.